Om een BN-er te pakken te krijgen, hoefde ik begin jaren negentig niet eerst een heel flatgebouw aan managers en PR-types door. Ik sneakte gewoon theaters binnen via de achteringang en klopte een uurtje voor de voorstelling letterlijk op de kleedkamerdeur van de celeb. Dit ging altijd goed. Sterker nog: veel artiesten bevonden zich dan in dat eenzame vacuum vlak voor showtime, waarbij mijn onaangekondigde komst een welkome onderbreking was. Zo ook bij Rob de Nijs, een held van mij. Backstage deelde hij nog spontaan vrijkaarten uit.
Het werd Zomer liederlijk meezingen
,,Dan kunnen we na het concert verder kletsen, toch?’’ Het werd later dus nog een gezellig biertje samen met Rob en mijn haastig opgetrommelde vriendin. Hoogtepunt van de show? Nobrainer: ‘Het werd Zomer’, dat ik trouwens vaak in kroegen liederlijk heb meegeschald.
En als een jongen pakte ik je hand
Maar als een man zag ik de zon weer opgaan
Op het bijbehorende prachtige album uit 1977 staat overigens eveneens ‘In de Winter’, dat op z’n Rob’s nog treffender is dan het origineel van Janis Ian. Bij wijze van ode daarom hier nog een foto van Rob van heel lang geleden. En als je blijft kijken, dan wordt het weer heden.
