Relaties

mannenpraat

Buurvrouw: ‘Griep, daar is mijn man niet zo goed in’

Klagen, zuchten, kreunen alsof z’n laatste uur heeft geslagen: de vent van buurvrouw Fleur is geveld door griep. Dat levert irritatie op, tot ze een paar dagen later zelf aan de beurt is.

Fleur: ‘Het verschil tussen de seksen manifesteert zich op veel fronten. Verkoudheid en griep schijnt een van die fronten te zijn. Afgelopen week kreeg mijn vent griep… 

Snotterig, keelpijn, ernstige koppijn, lamlendig, de hele shebang. Dat was natuurlijk niet leuk voor hem. Zelf was hij ook flink aangeslagen door zijn pech: kreunend en zuchtend sleepte hij zich door de dagen en hij kon meteen niets meer.

Nu ben ik op zich de kwaadste niet en wil ik best een beetje zorgen voor een zieke man. Maar het probleem was: ik moest werken. Toen ik na een lange dag om 18.30 uur thuiskwam, trof ik hem aan in bed. De kinderen hingen met vierkante ogen in het halfdonker achter hun Playstation, geen idee hoe lang ze daar al zaten. Alles in huis lag er nog precies hetzelfde bij als toen ik die ochtend vertrok. Met als verschil dat het aanrecht nu was bezaaid met vieze borden, messen, kruimels en potten broodbeleg. Alvast iets aan het avondeten doen, nee, daar had hij geen energie voor. Of hij wel wilde eten? Ja, dat dan weer wel.

Ik zette me dan maar aan het koken en werd geplaagd door tegenstrijdige gevoelens. Aan de ene kant: hij was ziek, dus ja, dan lig je het liefst in bed. Wie ben ik om dat te veroordelen?

Maar aan de andere kant: dit was in mijn ogen toch wel een beetje zo’n jammerend gevalletje mannengriep. Als hij me nou gewoon even had geappt dat hij geen puf had om te koken, dan had ik iets kunnen bedenken. Zijn vermogen om gewoon alles uit z’n handen te laten vallen en niet eens op het idee te komen om paracetamol te nemen. Dat waren misschien de belangrijkste triggers van – ik geef het toe – mijn lichte irritatie.

En toen was ik een paar dagen later zelf aan de beurt. Ik ben bijna nooit ziek, maar deze keer was het niet te negeren.

Terwijl ik in bed lag, zat hij in de werkkamer te werken. Ik kreeg dorst, maar het idee om helemaal naar beneden te moeten lopen voor een kop thee was al een uitputting op zichzelf. Er kwam niemand, helemaal niemand vragen of ik iets wilde drinken. Urenlang lag ik daar in het donker, met een kurkdroge mond, in een grijs gebied tussen slapen en wakker zijn. Hé, voelde ik daar een zweem van zelfmedelijden? Uiteindelijk reikte ik naar mijn telefoon en appte hem: ‘Wil je een kop thee voor me halen?’ Het antwoord: ‘Ja, komt eraan.’ Hoe lief is dat. Ik nam me dus direct voor om nooit meer te twijfelen aan de ernst van zijn griepjes. Hij zorgde tenslotte zo goed voor mij. Een paar uur later wankelde ik naar beneden om even op de bank te zitten in plaats van in bed te liggen.

Wel zo gezellig voor hem, dacht ik. ‘Hé, ben je daar? Kun je even stofzuigen?’ zei hij, terwijl hij de stofzuigerstang in mijn handen duwde. Ik wist niet hoe snel ik weer in bed moest komen.’

Foto Getty

 

 

 

Deel dit artikel via:

Falder.nl is de grootste mannen 50+ site van Nederland.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebook-pagina.

MANNENPRAAT