Hein

Hein

Gekkenwerk en onmogelijk, maar toch: dit jaar fiets ik de Marmotte (1)

Marmotte
Eén keer in je leven een grootse sportieve prestatie neerzetten. Hein van Dam, Falder-columnist, wil in juni de Marmotte fietsen, een van de zwaarste toertochten in Europa. Nu deel 1: 'Deze helletocht, waar begin ik aan?'

Op sportgebied ben ik een ‘nèt niet’-man. En, eerlijk is eerlijk, dat is zelfs een iets te positieve introductie. Onze Lieve Heer maakte namelijk een flinke constructiefout. Terwijl hij mij mentaal klaarstoomde om een groot sporter te worden, liet hij de bouw van mijn lichaam over aan een stagiair-engel. Die heeft er niet veel van gebakken. Als kind had ik grootste dromen over de beste zijn in sport. Maakte niet uit in wat voor tak. Voetbal, wielrennen, F1-racen, schaatsen, atletiek en nog een paar meer, ik verslond elk wedstrijdverslag op TV of in krant. Kende elke spelregel en prestatie van sporthelden Maar toen al bakte ik er weinig van, wanneer theorie en dromen werden omgezet in daden. Altijd speelde ik in de laagste voetbalteams, uiteindelijk nooit hoger gekomen dan het derde van mijn lokale club. Altijd was ik een van de stijfste met gym, nooit mijn tenen kunnen raken als ik voorover boog. Formule 1-coureur? Ik ben wel in de situatie gekomen dat ik auto’s mocht testen en zelfs op circuits mocht racen, maar ook daar bleek de term ‘koploper’ alleen maar van toepassing, als ik door een van hen een rondje werd gedubbeld. Laat ik in deze opsomming vooral niet mijn deelname aan de Elfstedentocht vergeten. In ‘97 schaatste ik de laatste editie ooit gehouden. Ik was 38, had nauwelijks wat getraind. Kwam toch, ondanks de vreselijke oostenwind, na 116 kilometer tot in Harlingen. Voorwaar, helemaal geen slechte prestatie. Maar, eerlijk is eerlijk. Weer nèt niet.

Doping of niet? Kees van Kooten had er ook een mening over

Douchemomentje

Toen kwam Corona. Voor mijn werk reisde ik veel naar het buitenland. Dat viel weg. Het sociale verkeer beperkte zich tot afspraken met mijn eigen sofa en meetings met best-friend Netflix. Was tijd voorheen een snel stromende rivier, die mij meesleurde, nu dobberde ik op een groots wateroppervlak, zonder eindigende horizon. Toen, het douchemomentje: als ik eens in mijn leven toch een grootse sportprestatie wil neerzetten, dan moet ik het nu doen. Die Elfstedentocht? Zou mooi zijn. Maar met deze winters? Wanneer komt’ie dan?
Dan maar iets met wielrennen. Wielrennen? Ja, beste lezer. Want de stagiair-engel van destijds had met zijn geklungel mij toch enig fiets-DNA meegegeven. Niet dat ik meteen tot de allerbeste behoorde. Maar, zeker in vergelijking met mijn andere sportieve vaardigheden, bleek ik best aardig mee te komen in wielerpelotonnetjes. Voor een grootse prestatie, moest ik dus meedoen met een van de zwaarste toertochten van Europa.

Spaak in het wiel

Zo kwam ik op de Marmotte uit in Frankrijk. Dit jaar op zondag 27 juni, als Corona geen spaak in het wiel steekt. Na enige navraag bij mijn sociale contacten, bleek bij vier andere vrienden de vrije tijd van Corona, ook zowaar voldoende te zijn om dezelfde uitdaging aan te gaan. Dus meteen, ze mochten eens van gedachten veranderen, voor ons allemaal ingeschreven en kamers geboekt. Waarna ik mij, het meest makkelijke van de voorbereiding, ging inlezen. De Marmotte is, zie Wikipedia: een cyclosportieve prestatietocht die sinds 1982 elk jaar, verreden wordt in de Franse Alpen. Deze kan met een zware touretappe vergeleken worden. De rit, die in totaal 174 km lang is en 5000 hoogtemeters telt, gaat over vier cols, waarvan er drie in de Tour als buitencategorie bestempeld worden. De eerste renners doen er zo’n zes tot zeven uur over. Rode lantaarndragers finishen na zo’n dertien uur. Tijdens afdalingen gebeuren er elk jaar weer ernstige ongelukken.
Wat een helletocht. Waar ben ik aan begonnen met mijn lichaam?

Volgende keer: een desastreuze start deze winter

Falder.nl is de grootste site voor mannen van 50-plus van Nederland.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebookpagina

Deel dit artikel via:
MANNENPRAAT