Sjaak

Sjaak

Bob Dylan vs. Jan Cremer: ‘Hij die niet bezig is herboren te worden, is bezig te sterven.’

Ze zijn inmiddels allebei 80 jaar: singer-songwriter Bob Dylan en schrijver/schilder Jan Cremer. Columnist Sjaak heeft met beiden een haat/liefde verhouding. Een portret in citaten.

80 jaar. Mijn vader zei vroeger altijd: ‘Dat moeten wij eerst nog maar eens zien te worden.’ Hij is helaas bij de 70 jaar blijven steken.

80 jaar en nog steeds de energie en motivatie van een kwajongen hebben. Dylan en Cremer zien er geen gat in. Beide dino’s weten van geen ophouden en zijn een voorbeeld voor menig babyboomer die af en toe kreunt en steunt achter de geraniums.

Ik heb met Jan Cremer de meeste klik. Zijn boek – Ik Jan Cremer – was een kanonslag, een meteoriet die mijn leven als puber in een keer radicaal veranderde. Net als Turks Fruit.

Er ging een doos van Pandora open – en niet alleen die doos – en die is sindsdien niet meer gesloten. Cremer ging zelfs nog een stapje verder dan Jan Wolkers in het expliciet vertellen hoe het kon zijn met een vrouw in bed. Of met twee tegelijk of drie. Met een moker sloopte Cremer muurtje na muurtje van de burgerlijke moraal. Een arrogante kwajongen die met veel lef en bravoure door het leven stapte. Aan zijn lijf geen 9 tot 5 kantoorbaan, nee, zijn cv bevatte slechts de maten van de vrouwen die hij aan zijn zegekar bond. In een verloren kwartiertje flikkerde hij nog even een paar potten verf tegen een doek en verkocht dat als kunst tegen een exorbitant bedrag. Een ‘gewone’ volksjongen uiteindelijk die door de massa tot ‘held’ is gemaakt.

Hurricane by Bob Dylan

Bob Dylan is vooral de intellectuele aanstichter, de Amerikaanse singer-songwriter die door de protestbeweging als de nieuwe Jezus werd binnengehaald. Een verering die Dylan overigens zijn hele leven lang heeft willen voorkomen. Hij is een protestzanger met onvermijdelijke hits als Blowin in the Wind en The Times They Are a-Changin’ , maar te worden bestempeld als ‘de een stem van zijn generatie’ ging hem veel te ver. De winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur – voor het scheppen van nieuwe poëtische uitdrukkingsvormen in de grote Amerikaanse liedtraditie – herinner ik mij vooral van het lied Hurricane, over de twijfelachtige manier waarop de Afro-Amerikaanse bokser Rubin “Hurricane” Carter werd veroordeeld. In deze tijden van Black Lives Matter meer actueel dan ooit.

Zowel Cremer als Dylan hebben in hun leven interessante, komische en inspirerende citaten afgegeven. Mannen die het leven hebben geleefd en waarnemen op hun eigenzinnige manier. Oordeel zelf.

Jan Cremer:

Mensen die dieren haten zijn rotmensen. Kijk maar naar dat Spaanse volkje. Het zijn dierenmoordenaars. Omdat ze te laf zijn om een dier aan te kijken

Vrouwen hebben altijd gelijk: geef ze het dan ook.

Ik weet dat als ik morgen in een knalgeel pak met een paars petje een schilderij ga maken tijdens een voetbalwedstrijd, dat volgende week de voetbalvelden vol zullen staan met schilderende jongens gekleed in knalgele pakken met paarse petjes.

Rembrandt? Wie is dat? Ik doe niet aan sport.

Ik schilder niet volgens een idee, want ideeën zijn waardeloos. Ik wil alleen maar lekker verven; ik ben toch immers een gewone jongen en al die flauwekul van kunst en hogere ideeën kan me gestolen worden.

Ik lees niet, ik word gelezen.

Je komt alleen, je leeft alleen, je sterft alleen.

Ik wil geen vakantie. Stilliggen in die geile zon, door liggen bakken, aanbranden, zweten, je beroerd voelen, niets voor mij. Vakantie houden kun je voorgoed als je dood bent. Elke dag vakantie, een eeuwigheid lang.

In calvinistisch Nederland naaide men nog via een gat tussen de lakens. Mijn boek schokte omdat er een paar seksuele belevenissen in worden beschreven.

Bob Dylan:

Alles wat ik kan doen is mezelf te zijn, wie dat dan ook wezen mag.

Als je diep van binnen weet wat je waard bent en er helemaal voor gáát – je niet terugtrekt en niet opgeeft – dan zul je heel wat mensen verbazen.

Mensen doen maar zelden dat waar ze in geloven. Ze doen wat hen zelf het beste uitkomt en daarna hebben ze berouw.

Ik denk dat een dichter iemand is die zichzelf geen dichter zou noemen. Ik beschouw mezelf allereerst als dichter en ten tweede als musicus. Ik leef als een dichter en ik zal als een dichter sterven.

In de aandacht staan kan een last zijn. Jezus werd gekruisigd omdat hij zichzelf onder de aandacht bracht. Daarom verdwijn ik vaak.

Al dat gepraat over gelijkheid. Het enige wat mensen echt met elkaar gemeen hebben, is dat ze allemaal gaan sterven.

Democratie regeert de wereld niet, hou dat maar in je achterhoofd. Deze wereld wordt geregeerd door geweld, maar ik vermoed dat dat beter niet gezegd kan worden.

Niemand is vrij, zelfs de vogels zijn vastgeketend aan de hemel.

 

Foto’s: Wikipedia

Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebookpagina

Volg ons op Twitter: @FalderNL en mis niets dat elke dag leuk, interessant of tof is.

 

 

Deel dit artikel via:
MANNENPRAAT