Sjaak

Sjaak

En ze klopt en ze veegt en ze zuigt

In het huishouden zijn het nog altijd de vrouwen die hun mannetje staan. Vreemd genoeg verandert daar door de jaren heen dus heel weinig in. Maar in de jaren 50 deed de man he-le-maal niets, dus het is altijd nog winst.

Intermediair en de Nationale Vacaturebank lieten onderzoek doen. En wat blijkt? Voordat corona toesloeg deed 10% van de mannen nog weleens huishoudelijk werk, sinds corona is dit 11% en dus nagenoeg gelijk. Vrouwen zijn iets minder gaan doen. Voor corona gaf 57% aan meer in huis te doen dan de partner, tegenover 53% sinds corona. Qua zorg voor de kinderen is het beeld niet heel anders: verschuivingen in de verdeling zijn nihil. Voor corona deed 4% van de mannen nog wat met de kinderen, tegenover 60% van de vrouwen. Sinds corona gaat het om 6 versus 54%.

Combinatie werk en kinderen wordt als psychisch zwaar ervaren

Opvallend is dat meer mannen aangeven de combinatie werk en kinderen niet als lastig te ervaren. 43% heeft hier geen moeite mee, tegenover 32% van de moeders. Ook is te zien dat het percentage mannen dat het een zegen vindt meer tijd met de kinderen door te brengen hoger is dan bij vrouwen. 52% van de mannen ervaart het zo, vrouwen blijven achter met 43%. Opvallend is verder dat mannen vaker dan vrouwen vinden dat de crisis heeft gezorgd voor een gelijkere verdeling in het huishouden: 14% van de mannen tegenover 5% van de vrouwen.

De mannelijke perceptie: ik – columnist Sjaak – heb ook altijd het idee dat ik veel doe in het huis. Maar in principe beperkt mijn aandeel zich tot boodschappen en koken. En dat doe ik vooral uit lijfsbehoud want mijn vrouw kookt vreselijk. Althans, ik ga niet dood, maar het is niet heel smaakvol. Als ikzelf kook dan houd ik de regie over de liflafjes en dat bevalt me wel. Stofzuigen, een plee schrobben, de ramen lappen, dweilen, het is mij allemaal een gruwel. Strijken, oké, dat is nog te doen en ook niet heel erg inspannend werk. Hoewel, wel erg vrouwelijk… Tja, dat vind ik dan weer.

Mijn vader zaliger deed helemaal niets in het huis. Hij bracht het geld binnen, dus hij had na een dag knetterhard werken recht op de krant, een biertje, zijn sloffen en de luiste stoel.

Ik heb twee oudere zusjes, die moesten altijd helpen in het huishouden en met de afwas. Ook zoiets. Daar wil je toch niet dood mee gevonden worden. In die tijd moesten wij – de zonen – altijd een beetje gniffelen als de meiden werden geroepen om aardappelen te schillen. Of om boontjes te doppen of om de tafel af te ruimen.

Mijn vader duldde niet dat wij jongens vrouwelijk werk deden. Stel je voor! Voor je het weet spelen ze met een barbiepop.

Wij moesten dan wel de kolenkit sjouwen, maar dat vonden we stoer. Of een kip de kop afslaan met een scherpe bijl. Of de konijnen slachten. Of een boom omzagen. Het mooiste was als we met pa om de zoveel maanden een groot vuur in de achtertuin mochten maken.

Fikkie stoken. Man, tot diep in de avond sleepten we alles wat brandbaar was naar de hongerige vlammen. En aan het einde, als de grijze sintels hun laatste vuur prijsgaven, mochten we een biertje drinken. Mijn zussen ook, dat dan weer wel.

 

Foto’s: 123rf

Falder.nl is de grootste mannen 50+ site van Nederland.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze
Facebookpagina

 

 

 

Deel dit artikel via:
MANNENPRAAT