Fun

toen

Schaatsen toen: ‘Die verfoeide Friese doorlopers!’

Sjaak (65) van Falder leerde pas laat echt schaatsen. Hij had nooit gedacht dat het hem nog zou lukken. Want aan de Friese doorlopertjes heeft hij een waar trauma overgehouden…

De vroegste herinnering is de ijsbaan in Lisse. We schrijven het jaar 1966. Ik ben 8 jaar en het is steenkoud. Ik zit in een schuur op een houten bank, jutezakken op de grond en ik probeer met verkleumde handen – terwijl ik nog het ijs op moest ! – de Friese doorlopers onder te binden. De kou maakt mijn vingers gevoelloos en het lukt me maar niet om het stugge tuigje van katoen van de schaats – niet meer dan een plankje met een stuk ijzer eronder – aan te trekken en stevig vast te knopen.

Nog voordat ik de schuur uit ben, ligt de knoop er al weer uit en hangen de schaatsen als zielloze bootjes aan de zijkant van mijn voeten.

Gelukkig is de ijsbaanmeester met zijn kolenschoppen zo behulpzaam om mij snel terug op de bank te zetten en met zijn knuisten legt hij snel en makkelijk een stevige knoop in de schaatsveters. Zo strak dat er nauwelijks nog bloed naar mijn voeten stroomt. Mijn broers en vrienden staan al lang op het ijs en zwieren er een eind op los. Voorzichtig schuifel ik naar de baan. De wind slaat vol in mijn gezicht, een grijze mist ontneemt mij elk zicht en voor ik het weet schaatst een onbehouwen boer mij omver. Eenmaal weer staand zie ik dat een van de schaatsen los is geraakt en weer aan mijn voet bungelt als een dode vis.

Het gevoel in mijn vingers is nu definitief weg. Tot overmaat van ramp begint het ook nog heftig te sneeuwen. Ik roep nog net niet heel hard om mijn moeder.

Schaatsen? Ik haatte het tot in mijn diep bevroren tenen. Elke winter na 1966 stond ik aan de kant of veinsde een verkoudheid opdat ik maar niet mee naar de ijsbaan hoefde. Bij strenge vorst schaatsten mijn broers en hun vrienden gewoon vanaf het kanaal zo, hop naar de Kaag. Lange molentochten maken. Met koek en zopie. En blonde meiden die giechelend hun spoor volgden. Schaatsen? Het zou er nooit meer van komen. Tot ik – eenmaal 36 jaar – bij mijn zus op de borrel was met de hele familie vanwege Kerstmis. Het vroor dat het kraakte en achter hun huis lag een brede sloot. Mijn zwager riep dat hij voor mij nog een paar noren had. ‘Doe geen moeite’, riep ik nog, ‘ik kan niet schaatsen.’ Kom nou, iedereen kan schaatsen, zeker in Nederland. Eenmaal op de noren krabbelde ik binnen een half uur een heel eind de sloot op, zonder te vallen! ‘Neem ze maar mee, ’zei hij, ‘thuis flink oefenen.’ Op een toon alsof hij zo uit een boek van de broertjes Klinkhamer was gelopen.

De rest is geschiedenis. Ik oefende elke dag, volgde een schaatscursus op de ijsbaan in Haarlem en in 2008 schaatste ik de 75 kilometertocht langs de Kinderdijk. Een dag met louter goddelijk schaatsplezier, zon, koek en zopie en… giechelende blonde meiden.

Foto: stadsarchief Rotterdam, Pinterest. Getty.

Deel dit artikel via:

Falder.nl is de grootste mannen 50+ site van Nederland.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebook-pagina.

MANNENPRAAT