FALDER lifestyle

FALDER lifestyle

Een marathon maakt meer kapot dan je lief is (2)

Joep Stassen is de Marathon Man van Falder. Op 5 november rent hij de marathon van New York. Een rennersfeuilleton: Deel 2: toilettactieken

4 oktober
(Voor wie wil weten wat hieraan vooraf ging, zie geheel onderstaand)
Ik laat mezelf graag moed in praten. Het liefst door lopers die ‘m gedaan hebben. Inmiddels herken ik ze. Mager natuurlijk, kippenhalsje, goed zichtbare adamsappel, enigszins uitpuilende ogen en ergens een dikke ader op een verder kaal hoofd. Per gelopen kilometer worden ze lelijker. Wat een vooruitzicht.

In de supermarkt
Vandaag stond er een vóór mij in de rij voor de kassa van de supermarkt. Ik sprak hem aan. Hij waarschuwde me voor het lange wachten in de startvakken.
“Bereid je voor, het kan uren duren en koud en nat zijn”, zegt hij over zijn schouder. Zijn ader beweegt mee met zijn woorden zoals de balkjes wanneer je een geluidsopname maakt in WhatsApp.
“Zorg dat je warm blijft!” Hij steekt een magere wijsvinger omhoog. “En dat je goed ontbeten hebt. Veel drinken!”

Kakken
“En dat je naar de wc bent geweest!” Hij draait zich nu volledig naar mij om. “Alles er uit! Niks meedragen. Scheelt zo maar 400 gram!” Hij priemt zijn wijsvinger in mijn borstkas. Zijn uitpuilende ogen raken bijna mijn neus. Ik ruik het zweet van een stevig trainingsrondje.

“Kakken! Allesbeslissend. Zo nodig forceren. Het moet er uit, snap je? Als het niet eerder lukt dan maar in het startvak. Het is herfst, genoeg bladeren om je reet mee af te vegen.” Hij zegt het niet, hij dicteert.

 

Meest pijnlijke scène Dustin Hoffman Marathon Man (1976)

Zo dik als een Cherrytomaat
De ader is nu op plekken zo dik als een cherrytomaat. De adamsappel springt driftig op en neer. Hij vergeet aan te schuiven in de rij, er is inmiddels een gat ontstaan vóór hem. Achter ons irritatie en mensen die voorbij ons willen. Wisselend boze en medelijdende blikken.  Ik moet opeens heel nodig naar de wc.

 

Wat eraan vooraf ging:

1 oktober 2017

Wat als je zoon je vraagt mee te rennen met een marathon, terwijl zoiets niet op je bucket-list staat. Je hebt helemaal geen bucketlist. Je bent blij met wat je hebt en geniet van de gewone dingen. Want die leeftijd heb je inmiddels.

Wat als je niks hebt met hardlopen en je enige herinnering de Dam tot Dam is uit een tijd dat je trainee was bij een Zaansch bedrijf die de loop sponsorde. Wat als een rondje Vondelpark lang geleden veranderde in een rondje met de kinderwagen.

En wat als het peutertje van destijds de zoon is geworden met dat gekke idee van 42 km en nog wat. Over vijf weken. In New York. En je hebt al betaald, voor jezelf en ook voor hem, twee tickets, de vlucht, overnachtingen, transfer van het een naar het ander (maar niet van de start naar de finish) een goodie bag en nog zo wat voor totaal vijfduizend dollar.

Wat als je er van overtuigd bent dat boven de vijftig hardlopen gewoon geen goed idee is. Dat een marathon meer kapot maakt dan je lief is.

Wat als je bang bent? Bang dat je lijf het niet trekt. Bang voor de pijn in elke uithoek van je lichaam. Bang voor de vernedering, bang dat je mentaal onderuit gaat. Bang dat je ergens halverwege of op driekwart gewoon niet meer kan, ook al moedigt een kilometerslange menigte je aan en speelt op elke hoek een jazzbandje speciaal voor jou.

Wat doe je dan?

 

Deel dit artikel via:
MANNENPRAAT