Gezondheid

Gezondheid

De oorlog? Dit lijkt wel erger!

Corona
Dagboek van een oudere tijdens het Corona-virus (deel 3): tijdens de oorlog was er nog meer te doen, dan nu, zo herinnert Hans van der Laan zich. Hij knipt noodgedwongen zelfs zijn eigen haar, waar hij geen talent voor heeft.

Ik mis nu al het naar buiten gaan. Even een sigaartje halen bij de Primera. Even naar Jan, twee straten verderop, die ik nog ken van mijn werk uit het magazine bij Vroom en Dreesman. Ja en natuurlijk naar het cafe hier om de hoek, mijn daghap eten en op zondag naar Ajax kijke. Zelfs het voetbal is lamgelegd. Behalve het allerlaatste jaar stonden ze zelfs  in de Tweede Oorlog gewoon nog op het voetbalveld. Ik herinner me dat ik met mijn vader aan de hand in Amsterdam Noord waar we woonden, elke zondag naar de Volewijckers gingen. Vaste prik. Het zag zwart van de mensen. Zeker toen in 1944 kampioen werden. We waren thuis met zijn elven, mijn vader werkte in de haven. Hij was er een van weinig woorden. De kinderen, dat was iets voor mijn moeder. Alleen als we vervelend waren, ja, dan was er een uithaal van hem. Alleen die dag was alles anders, ik voel nog hoe die grote kolenschoppen van hem mij optilde en mij eerst zoende en me op zijn schouders zette. Zou hij ook gevoeld hebben dat ik toen wilde dat dat moment nooit voorbij zou gaan. Maar nu is alles zo stil buiten. Echt, dit voelt erger voor mij dan toen ik als kind de oorlog meemaakte.

Rot geschrokken

Gisteren me rot geschrokken. Bij ons op de parkeerplaats voor de flat kwam een ambulance met gillende sirenes aan. De verplegers trokken de brancard er uit en renden de lift in. Bleek onder mij mevrouw Smit geveld te zijn door die smerige Corona. Komt het opeens wel heel dichtbij. Met een zuurstofmasker op haar neus werd ze uit haar flat gehaald. Haar man schuifelde achter haar aan. Volgens mij is ze een stukkie jonger dan ik. Zo midden zeventig schat ik. Ik mocht haar niet zo, omdat ze wel eens op mij mopperde dat de lift naar mijn sigaar stonk. Alsof ik niet probeer sociaal te zijn. Ik ga echt niet mijn sigaar doven voor dat kleine stukkie in de lift, maar ik neem er ook geen trekjes aan, zodat er weinig rook ontstaat.

Voetbal tijdens de Tweede Wereldoorlog

Pannetje voor de deur

Sinds ik samen met mijn Surinaamse buren op het balkon stond vorige week, om te klappen voor het medisch personeel, lijkt er wel iets tussen ons veranderd. Voorheen liepen ze met een boogje om mij heen. Ja, ik was een keer uitgevallen naar een van kids toen ze de gang als racecircuit gebruikten. Nu werpen ze me zowaar een glimlach toe als we passeren. Gisteren stond er zelfs een pannetje voor mijn deur. Zat me daar toch een heerlijke roti in. Sinds die crisis leef ik van de kant en klaar maaltijden bij Appie. Maar dit was zo lekker. Ik heb het pannetje tot op de bodum leeg geschraapt.

Geen kapper

Ook Jaap, mijn kapper, is nu dicht. ‘Mocht niet meer,’ zei die tegen mij. Ik wilde eigenlijk nèt bij hem langs. Mijn vader was al op zijn vijftigste zo kaal als een biljartbal. Hij zei altijd tegen mij: ‘wacht maar tot jij zo oud bent als ik.’ Nou pa, als je me ziet vanaf je wolk: ik heb nog steeds al mij haren, behalve mijn wilde dan, haha. Ben nu maar zelf voor de spiegel gaan zitten en heb, zo goed en kwaad als het ging, een paar van langste lokken afgeknipt. Ik vond het er best wel aardig uitzien. Maar twijfel nu, toen ik met mijn zoon ging Facetimen. Hij schoot spontaan in de lach. ‘Papa wat heb je nu gedaan,’ zei die, ‘je ziet er níet uit.’

Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebookpagina

Volg ons op Twitter: @FalderNL en mis niets dat elke dag leuk, interessant of tof is.

Deel dit artikel via:
MANNENPRAAT