Joop Luitjens

Joop Luitjens

De donorwet door de ogen van een 97-jarige: ‘verspil geen organen als rottende appels op de grond’

Joop Luitjens, 97 jaar, volgt het nieuws nauwgezet. Hoe beziet een bijna 100-jarige de aanstaande donorwet? “Al die ongebruikte organen zijn als rijpe, rottende appels op de grond : ‘dood en doodzonde’.”

“Ik lees de krant, wat zeg ik, ik spel de krant. Omdat ik tijd heb en omdat mijn interesse nimmer verminderd is. Goed, ik neem dan misschien niet meer voltijds deel aan het leven (hoogstens deeltijds: ik bridge op dinsdagavond, ik bezoek mijn vriend Olaf in het verpleeghuis en ik werk in mijn tuin), maar ik volg een en ander nauwgezet van een afstand. Van mijn schrijftafel om precies te zijn, die voor het raam staat.”

Geromfrommel
“Daarop staat mijn computer. Ik wil niet opscheppen, maar ik kan er aardig mee overweg: ik volg bijvoorbeeld de Volvo Oceanrace op de voet via … jawel, het internet.  En zo volg ik ook het geromfrommel rondom die donorwet. Wat is dat toch? Kijk, ik heb er geen belang meer bij: niemand is geinteresseerd in de nieren van een zevenennegentigjarige.”

Hun poten
“Daarbij heb ik een ‘reanimeer mij niet’- verklaring. Ze moeten met hun poten van me afblijven als ik op de stoep in elkaar zak. Men moet geen oude bomen verpoten. Ik verlang niet naar de dood, maar Magere Hein komt wanneer het hem behaagt en ik zal zonder enig tegenstribbelen met hem meegaan.”

Hete hangijzer
“Maar goed, die donorwet dus. Daar maakt die aardige mevrouw die vroeger het journaal voorlas zich druk over. En terecht! Wat is nou het hete hangijzer? Dat mensen zelf moeten aangeven dat ze geen donor willen zijn. In plaats van dat ze aan moeten geven dat ze wel donor willen zijn. En daar discusieren die jongelui uit de Eerste Kamer dan uren, dagen, en nu zelfs weken over, want een besluit wordt pas in februari genomen, las ik zojuist. Terwijl het zo simpel is: als je dood bent, is het klaar. Uit. Voorbij. Dan voel je niks meer, dan is er niks meer, dan verga je tot stof.”

Flikkerse boel
“Als ik jong was geweest, zeg vijftig, en ik was stervende, dan zouden ze van mij de hele flikkerse boel mogen hebben. Graag zelfs! Ik ben ook na mijn dood graag tot nut, zeker als ik er een jong iemand mee kan helpen. Hoe eerder die wet wordt aangenomen, hoe beter het is. Al die ongebruikte organen zijn als rijpe, rottende appels die op de grond liggen en niet worden geraapt: ‘dood en doodzonde’.”

Joop Luitjens (geboren 21 januari 1921) is een voormalig geschiedenis leraar en inmiddels sinds 1987 gepensioneerd. Hij volgt het nieuws goed, hij spelt de krant met een vergrootglas, en vindt daar wat van. Hij is op tachtigjarige leeftijd begonnen met internet en kan geen dag zonder. Het werken op de computer gaat langzaam, maar ach, hij heeft de tijd. Zo is hij ook bij Falder terecht gekomen: hij las een artikel naar aanleiding van een storm deze winter, waarin gemeld werd dat er in 1961 ook zo’n zware storm geweest was. Hij schreef een mail naar de redactie dat hij zich die storm nog goed herinnerde en zo werd het idee geboren om hem columns te laten schrijven.

Deel dit artikel via:
MANNENPRAAT