In Bloemendaal willen ze geen hospice. Omwonenden van de plek, waar deze geplaatst zou worden, zijn bezorgd dat kinderen in de buurt geconfronteerd zullen worden met stervende mensen. Ook zouden ze zich gaan ergeren aan brandende bedlampjes in de nacht. Om een toename van de parkeerdruk nog maar niet te noemen.
Villa-enclave
Zou deze hospice dan midden in een woonwijk worden geplaatst? Waar iedereen dicht op elkaar woont? Integendeel, in een van de fraaie, weidse en groene villa-enclaves, die Bloemendaal rijk is. Wat is het geval? De familie van een overleden meubelmagnaat, met een geschat vermogen van bijna 300 miljoen euro in 2022, stelde de villa, met heel veel parkeerruimte, twintig jaar lang kosteloos beschikbaar aan Hospice Haarlem, om tien bedden in te richten voor terminale zorg. De gemeente Bloemendaal zag een probleem opgelost. Bloemendaal vergrijst. Stervende inwoners moesten worden verwezen naar de locatie van Hospice Haarlem. Deze kampt echter met ruimtegebruik, waardoor er vaak een ‘nee’ moest worden verkocht.
Bui al hangen
Tegenstanders, lees vooral omwonenden van de betreffende villa, dreigen tot in het uiterste te procederen tegen deze geplande hospice. Hospice Haarlem ziet de bui al hangen. De organisatie heeft geen zin in een jarenlange juridische strijd en gaat op zoek naar een alternatieve locatie. De villa staat inmiddels weer te koop voor bijna 6 miljoen, waardoor de omwonenden ‘hun soort mensen’ als buren binnenkort mogen begroeten.
Eind goed, al goed?
Voor de omwonenden, eind goed al goed, zo lijkt het. In elk geval op korte termijn. Maar op lange termijn? Want waar gaan zij straks naartoe als zij het tijdelijke voor eeuwige dreigen te verwisselen? Niet alleen in de omgeving Haarlem, maar in heel Nederland is er namelijk een schrijnend tekort aan hospice-opvangplekken. Wellicht zal tegen die tijd aan hen ook een ‘nee’ moeten worden verkocht, als de nood aan de man/vrouw is. Dan rest hen niets anders dan thuis te sterven. Hoe eenzaam klinkt dat, in zo’n veel te groot huis.
Bron: Volkskrant
Beeld: Getty/Peter Dazeley