Heel vroeger droegen vrouwen geen ondergoed. Ons oog viel deze week op een oud artikel uit het altijd weer interessante Quest, het populairwetenschappelijk Nederlands tijdschrift met immer een zoektocht naar leuke weetjes. Hoe zit het eigenlijk met de onderbroek? Zowel voor mannen als voor vrouwen. Ouest weer het antwoord.
Dat mannen eerder begonnen met de onderbroek dan vrouwen is niet zo gek, zo stelt het blad. ‘Mannen hadden al een broek aan, dus je kunt er makkelijk een tweede, wasbare broek onder doen’, zegt Jacco Hooikammer, curator van het Openluchtmuseum en klederdrachtdeskundige.
Was rondlopen zonder onderbroek dan niet heel onkuis? Nee, want je zag er niets van. Door de lange rokken die vrouwen droegen, was alles netjes bedekt.
Daarom is het ook lastig uitzoeken wanneer damesonderbroeken in beeld kwamen, vrouwen liepen tenslotte niet te koop met hun lingerie. Halverwege de negentiende eeuw begon dat te veranderen, doordat wijde rokken met daaronder een stalen hoepelrok in de mode kwamen. Dat gaf vrouwen een opvallend figuur, maar leverde hen ook een nieuw probleem op.
‘De hoepelrok creëert een kans op inkijk’, vertelt directeur Dirk-Jan List van Museum Hoeksche Waard in het magazine. Hij onderzoekt en verzamelt ouderwets ondergoed.
Het was bijna erotisch als je je benen liet zien, dat was nogal een dingetje
Daarnaast wilden de meeste mensen niets weten van een vrouw in broek. En een onderbroek is toch een kleine versie van een broek. List. ‘Vooral als je in een winderig land als Nederland over straat loopt, kan je dat overkomen. Maar ook bij het in en het uitstappen van een rijtuig en bij het op- en aflopen van een trap.’
Een zichzelf respecterende burgervrouw beschermde zichzelf en haar dochters tegen zo’n sociale ramp door een onderbroek aan te trekken. Zo raakte de vrouwenonderbroek zo’n 170 jaar geleden ingeburgerd. Al waren dat nog niet de onderbroeken die wij gewend zijn, zegt Hooikammer. ‘Het was een soort boord rond je middel met twee grote broekspijpen tot op je knie. En het kruis was open.’ Dat klinkt niet handig, een onderbroek met een gat in de stof precies waar het af en toe lekt. En zeker niet als het kiekeboe-ongelukjes moet tegengaan. ‘Het is wel veel stof, dus alsje het aan hebt, dan zit het helemaal tegen elkaar en is alles toch bedekt,’ zegt Hooikammer. Waarom zit dat gat er dan? ‘Dan kun je makkelijk plassen. Als je op het land aan het werk bent, kun je gewoon even aan de kant hurken. Dan gaat de broek open en kun je plassen zonder dat je de boel moet uitdoen. Dus het is toch heel praktisch.’ Deze bezigheid gaf de onderbroek zonder kruis ook zijn naam: de snelplasser