Wat wil je later worden als je groot bent is een nieuwe, tweewekelijkse rubriek van Falder, met bekende en minder bekende 50+ mannen.
De achterliggende gedachte: 50+ is het nieuwe 40+. We worden steeds ouder en blijven langer fit. Met als gevolg dat als we de 50 gepasseerd zijn, we nog heel wat wensen hebben. Sterker nog, steeds meer 50-plussers dromen over nieuwe levens en carrières; want we zijn nog lang niet uitgeleerd, -gespeeld en -gelachen. Kortom, wat wil jij later (nog) worden? Wat staat er bovenaan jouw bucket list – en waarom?
We trappen af met acteur Patrick Stoof, onder meer bekend als ex-miljonair Hans van den Berg uit de Telfort-reclames. Wat wil hij nog bereiken?
‘Je moet zelf de wereld maken waarin je wil leven’
Wat wilde je vroeger worden, later als je groot zou zijn?
‘Mijn oom zat bij de vrijwillige brandweer, dus toen ik hem, bij een open-dag op de kazerne, van zo’n paal af zag glijden, dacht ik: brandweerman, dat lijkt mij leuk! Maar dat heeft denk ik een dag geduurd. Toen heb ik nog een tijdje clown willen worden. Zo’n echte. Van het circus. Ik had er ooit een gezien en dacht: dat wil ik worden als ik later groot ben. Lang heeft die gedachten ook niet geduurd, want doordat ik veel TV keek kwam ik er snel achter dat er zoiets als acteurs bestonden. Dat was toen ik een jaar of 8 was. Vanaf mijn 8ste wil ik acteur worden.’
Ben je geworden wat je wilde worden? (Wees eerlijk ;))
‘Van jongs af aan heb ik willen worden wat ik nu onder andere ben. Ik zeg onder andere, want op mijn pad naar het acteurschap heb ik veel meer aspecten van dat vak leren kennen. En die zijn ook een groot gedeelte van mijn laven gaan beheersen. Naast acteren schrijf ik voor theater, TV en film. En regisseer ik ook voorstellingen.’
Waar ben je achter gekomen in de loop van je leven? In hoeverre zijn je dromen veranderd of geëvolueerd?
‘Ik kom uit een Brabantse groeigemeente. Niet heel spectaculair. Ben heel erg opgevoed met: doe maar gewoon, dat is al gek genoeg. De cultuur die ik in mijn jeugd meemaakte bestond uit eens in de maand een cabaretavond. Maar ik heb me vast weten te houden aan mijn droom, omdat ik waar mogelijk dingen organiseerde in de lijn van wat ik wilde. Zo werkte ik als DJ in een jongerensociëteit waar heel veel kon en mocht. En waar we van alles organiseerde. Avonden die ik dan presenteerde of waarin ik optrad.
Ik ben er dus gaandeweg achter gekomen, dat je zelf de wereld moet maken waarin je wil leven. Zowel op het werk- als op het persoonlijke vlak.’