Elke man verdient een eigen mannenclub
Eva dacht direct aan ‘wisselgeld’ – geweldige term in relaties om elkaar figuurlijk te kunnen terugbetalen – en juichte het idee van man Marcel ( van Rosmalen -red.) natuurlijk heel erg toe. Kan zij straks met vriendinnen naar Mykonos. ‘Doen, schat!’ Vijf dagen lang sigaren roken, wijn drinken en onbeperkt chips eten. Hoeke had tijdens de afwezigheid van haar man de tijd van haar leven waarin alles op rolletjes liep en ook zij alles kon doen zonder bemoeienis van haar man. ‘Ik sliep als een os, kwam overal op tijd en ’s avonds belde ik mensen, alsof het weer even 2009 was en ik in mijn eentje op de Amsterdamse Haarlemmerdijk woonde.’
Maar hoe heerlijk is dat gevoel dat je als man bij een club hoort!
Geen vrouwen (want die hebben hun eigen club), geen gezeur, geen gedoe, geen gecommandeer, geen grenzen, geen ‘ja, maar’. Falder Sjaak is al lid van een club – de Boxing Beauties genaamd – en kan het elke man aanbevelen. Niet alleen vanwege de sport, maar ook vanwege de geweldige sociale cohesie. Mannen onder elkaar, zonder gedoe en inmenging, sport kijken en commentaar leveren, bier drinken en veel chips eten. En oké, oké, we zijn geen raging bulls, maar we meppen er inmiddels aardig op los. Wat ik nog wel mis zijn de rituelen. Elke club heeft rituelen, een soort mystiek evangelie met eigen regels en inwijding. Wij gingen gewoon boksen. Maar voordat je echt lid wordt en plechtig wordt opgenomen in de kring, moet je eigenlijk eerst een halve liter bloed van een net geslacht kalf drinken of de ballen van een stier roosteren en nuttigen met minimaal 5 liter bockbier. Of een vrouw in nood in het weekend in het uitgaansleven met de vuisten verdedigen tegen een maniak die jou het liefst onder de zoden stopt. Zoiets. Elke mannenclub is goed, maar kan niet bestaan zonder rituelen. Mannen van Nederland, denk daaraan als je een club opricht! Wij gaan binnenkort als boksers onder elkaar de rituelen bespreken. Denk ik. Hoop ik.