Gaat een boer op vakantie…
Een boer gaat voor het eerst in tien jaar op vakantie. Alleen nog wel. Zijn vrouw let op het bedrijf. Hij waarschuwt zijn knecht: ‘Alleen als er iets heel vreemds gebeurt, bel je me. Anders niet.’ Na een week wordt hij gebeld door de knecht. Knecht: ‘De steel van de schop is gebroken.’ Boer: ‘Bel je me voor zoiets?’ Ja, maar het gebeurde toen ik de hond begroef.’ Boer: ‘Is de hond dood? Hoe kan dat? Knecht: ‘Hij zat opgesloten in de brandende schuur.’ Boer: ‘Wat? Hoe vloog die schuur dan in brand?’ Knecht: “Doordat er vonken overvlogen van het woonhuis dat in brand stond.’ Boer: ‘En mijn vrouw?’ Knecht: ‘Die was net met de buurman op vakantie.’
Komt een beeldschone vrouw naast een man in het vliegtuig zitten
Op de terugreis van een vakantie, gaat een beeldschone vrouw naast de man in het vliegtuig zitten. Ze haalt een boek in de tas en slaat de eerste pagina’s open. De man trekt zijn stoute schoenen aan en zegt: ‘Goed boek?’ ‘Mijn lievelingsboek, ik lees het voor de zevende keer. Het gaat over het leven van een woongroep vol nymfomanen. ‘Bijzonder,’ zegt de man, ‘wat raakt u het meest? ‘Dat de dames tot de conclusie komen dat Spanjaarden en Duitsers de beste minnaars zijn.’ ‘Wat een toeval,’ zegt de man, ‘ mag ik me voorstellen? Ik heet Juan Schmidt.’