Een stel vrolijke dames van de Overijsselse boerinnenbond stappen aan boord van een meerdaagse riviercruise. Zij worden van harte welkom geheten door een officier in gala-uniform. ‘Welkom aan boord, dames.’ ‘Dank u wel, kapitein,’ antwoordt de voorzitster van de bond. ‘Ik ben niet geen kapitein,’ zegt de man. ‘Ik ben de dek-officier.’ ‘Dat is prachtig,’ zegt de voorzitster. ‘We gaan op deze reis dus niets te kort komen.’