Het zijn de oneindige vragen van het universum
Wat is de betekenis van het leven? Bestaat god? Wie was de beste Beatle? Het nieuwe album van Paul McCartney lijkt die vraag eindelijk te beantwoorden.
Toen Paul McCartney, na de desintegratie van de Beatles vrijwel onmiddelijk een solo-album uitbracht (McCartney, creatief betiteld), werd hij door het gnomenras van muziekcritici weggehoond. Beatle-onwaardig, vonden ze het. Nog erger vond men het vervolg: Ram. Een happy family album met vrouw Linda McCartney. Bespottelijk, die vrouw kon helemaal niet zingen. Het hysterischegeschreeuw van de gehate Yoko Ono had tenminste nog de schijn van kunstzinnigheid. Na Ram verstopte McCartney zich opnieuw in een band: Wings. Maar ook dat eindigde. En Paul kwam terug met McCartney II. Alsof hij hoogstpersoonlijk een trap in het kruis van de voorvaders van de Rock ’n Roll gaf. Een muziekterrorist, die McCartney.
Maar als een goede wijn, of een religieuze doctrine, groeide de waardering van de gehate albums met de jaren. McCartney I was tóch een heerlijk rock-album, met klassiekers als Maybe I’m Amazed. Deel II was revolutionair, een experimentele synthesizerplaat die heden is herontdekt door hippe dans dj’s.