De Nederlandse cultuur zal verdwijnen met de winter
Zoveel van Nederland draait om de winter. Maar door de opwarming van de aarde dreigen we dit allemaal te verliezen. Hoe redden we onze cultuur? “We hebben nog nooit zo vroeg geschaatst.”
Terwijl ik dit schrijf, kijk ik naar buiten. Regendruppels huilen langs mijn raam naar beneden, ik ben niet de enige die rouwt om de winter. Wie nog hoopt op een witte kerst moet zich laten inspecteren (of heeft snode plannen). Ik noteer het overlijden: de winter is dood, 2021.
Al zo’n tien jaar koken warmterecords over, worden schaatswedstrijden geannuleerd, en gaan er hele wintermaanden voorbij zonder dat je überhaupt een muts hebt gedragen. Er gaat geen dag voorbij dat we niet ‘de warmste dag van de afgelopen eeuw’ hebben meegemaakt. Iedereen die langer dan 30 jaar heeft geleefd kan de opwarming van de aarde niet betwisten. Ik zie de klimaatsceptici al met klapnoren aan de voeten in een Fries slootje springen. De Elfstedentocht moet je zwemmen, door halve meter diepe trogjes gevuld met net zoveel e.coli als water.
Hoe anders was het vroeger. Ik kan mij nog herinneren dat ik als jonge jongen eens over de grachten naar school reed. Ik herinner mij nog winters zo ijzig, dat de hele familie om de kachel zat alsof het een indianenvuur was.
Wellicht krijgen we er nog één of twee. Een paar maanden waarin een schaatsbaar meer over vriest. Een lijkrede voor de winter. Maar dan is het klaar. De nieuwjaarsduik wordt een heerlijk tropisch zwemrondje; unoxmutsen worden verontwaardigd afgeslagen.
Helaas zullen we met de winter ook een groot deel van de Nederlandse cultuur verliezen. Nederland ís winter. Bij de fietsenmaker kan je noren laten slijpen. De groentenboer verbrand alle quinoa in de kachel en verkoopt exclusief boerenkool. De Nederlandse bevolking bevindt zich voor het merendeel op overvroren meren, sloten, en (in hele speciale gevallen) zeeën (denk 1963). Koek en Zopie uitbaters liggen tijdens lente, herfst en zomer in de wacht, tot ze tijdens de winter uit hun cocoonen breken om tochtschaatsers van snert en chocomel te voorzien. Is dit de ondergang van de snert? En wees eerlijk: koude chocomel is een depressie in een plasticflesje.
Zonder de winter van 63′ hadden we geen De hel van ’63. U weet wel, toen Chris Zegers ons allemaal had wijsgemaakt dat hij kon acteren. En zonder Honger winter hadden we geen Oorlogswinter. En dan was regisseur Martin Koolhoven nooit de arrogante filmsnob geworden die hij nu is!
Zo ziet u: Nederland zet hoog in op de winter om onze cultuurloosheid van de resterende maanden te compenseren.