Ik – columnist Sjaak – weet nog goed toen ik zelf op kamers ging. 19 jaar oud was ik. Mijn vader sprak de profetische – zwaar katholiek, dus wat wil je – woorden: ‘Jongen, je hebt genoeg genadebrood gegeten. Het is tijd om te gaan!’
Ik werd met een tentje gedropt op een camping in de buurt van Utrecht – mijn nieuwe studiestad – en van daaruit begon de jacht op een betaalbare etage. Ik moet eerlijk bekennen dat ik met mijn toenmalige vriendin was. Tikje tegen mijn zin in, want ik wilde eigenlijk hoogstpersoonlijk het ‘echte leven’ ontdekken. Bovendien had ik bij de kennismakingsdagen van de academie al gezien dat er heel veel vrouwelijk schoon rond liep. Maar dat natuurlijk geheel terzijde. Ik kwam hier om te studeren!
We hadden al snel een mooie etage via een kamerverhuurbedrijf. Spullen hadden we niet. We hadden een tent, maar die was nu niet meer nodig. We hebben toen zelf maar een bed getimmerd die overdag als bank fungeerde. We kregen van iemand twee barkrukken voor bij onze ‘eetbar’. Een nog enigszins redelijk uitziende fauteuil trokken we uit een berg grof huisvuil van de straat. 5 jaar heerlijk op gezeten nog. Via een veiling kochten we een krakkemikkige tafel en 2 eetstoelen. Ik weet nog goed: we waren hippies en de tafel had een klassieke uitstraling. Over een mismatch gesproken…
Zoonlief vertrekt met een vrachtwagen nagenoeg nieuwe spullen naar zijn volgende onderkomen. Niet erg wat mij betreft, het is net wat u zegt, we leven in heel andere tijden.
Wat ik wel jammer vind, is dat hij daardoor juist het avontuurlijke en het romantische van ‘op kamers gaan’ mist. Het was een geweldige uitdaging om alle spullen – meubels, lampen, bestek, kamerplanten, pannen – bij elkaar te scharrelen, krijgen, bedelen en ‘stelen’.
Fatsoenlijk wonen met warm stromend water en een bank van Ikea, dat kon in onze ogen altijd nog.
Zoon vertrekt. We zullen hem missen. Tuurlijk. Wat ik absoluut niet zal missen is het volgende (u herkent het al- le-maal): schoenen uitgetrapt en precies voor de deur achterlaten, fiets in de gang/voor de deur/in de tuin, erger nog: geen fiets meer, geen pleepapier vervangen en dus altijd mis grijpen, de mond direct aan een pak melk zetten en dan terugzetten in de ijskast, na het douchen niet even het water met een trekker weghalen, vuile was opsparen tot het plafond in zijn kamer, wakker worden en roepen: waar is het verse brood?, en veder alles met: waarom is er geen …. (vul in).
Maar verder zal ik alles aan hem vreselijk missen. Zijn humor, zijn vrolijkheid, zijn inspiratie, zijn gewiekstheid, zijn jeugdigheid, zijn relativering, zijn optimisme, zijn vrienden. F*ck, ik ga hem snel even bellen…
Foto’s: 123Rf
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebookpagina
Volg ons op Twitter: @FalderNL en mis niets dat elke dag leuk, interessant of tof is.