Hans van der Steeg

Hans van der Steeg

Het avontuur verslonden door het vuur

Hoe het vuur van Duindorp en Scheveningen ook het avontuur in Nederland verslond. Falder-columnist Hans van der Steeg snapt het, maar waarom heeft hij daar toch zo'n moeite mee?

Met het wisselen van het jaar kwam Nederland traditiegetrouw in een niemandsland terecht, waar alles wat niet mocht, opeens werd gedoogd. Wij kochten zakken vol kanonslagen.  Daarmee ging je met je vrienden struinen door de straten. Dat was so much fun. Beter gezegd, magisch! Vanaf het moment dat de aansteker aanfloepte. Het vlammetje dat aan het lontje likte. De kanonslag die je zo lang mogelijk in je hand hield. De knal en de kruitlucht daarna. Oke, soms sneuvelde er een brievenbusje. Maar dan had de PTT maar niet van die heerlijke groene plastic exemplaren langs de weg moeten zetten. En soms was het rennen voor de ‘pliesie’. Maar ook dat hoorde erbij. Als je in de kraag werd gegrepen, was er nog geen bureau HALT, maar gewoon een heel streng woordje van Oom Agent.

Kanariepietjes

Er was geen krant die schreef over de gevaren van vuurwerk. Ja, dagen daarna was er ergens een klein berichtje dagen met vermelding van het aantal gewonden. Daar bleef het dan bij. Maar we wonen tegenwoordig in een andere tijd. We weten dat oude mensen, hun goudvissen of kanariepietjes of oorlogsvluchtelingen doodsbang in elkaar krimpen bij elke kanonslag. Dat er vele gewonden en zelfs doden te betreuren zijn. Dat er voor miljoenen euro’s wordt vernield. Waar vroeger avontuur telde, wordt nu vooral gekeken naar de gevaren die daaraan kleven. In ons dichtbevolkte land is de lol van de een, als snel de angst of de schade voor de ander.

Jaloers

Ik weet het en ik word er ook door beïnvloed. Eerlijk gezegd was ik altijd wel jaloers op de Duindorpers en Scheveningers. De sensatie van de houtstapel die groeit tot immense hoogte. De brandweer die benzine in de stapel gooit. Dan, whoetsj, een enorme steekvlam die tot aan de hemel reikte.  Die neiging steeds hoger te gaan en de hemel op te rekken, werd hun ondergang. De brandbare torens van Duindorp en Scheveningen zijn de typische torens van Babel van onze tijd. Geloof mij maar, volgend jaar zullen er zoveel regels gelden voor beide dorpen dat hun brandstapels niet hoger reiken dan een gemiddeld bbq-feestje. Dat vinden we dan allemaal terecht. Ja, ik dus ook. Ook als vuurwerk steeds meer gereguleerd gaat worden. We zijn kinderen van onze tijd. Alles veranderd voortdurend en daarin gaan we mee. Het verstand zeg ‘ja’, maar het gevoel is zeker nog niet zover.

Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebookpagina

Volg ons op Twitter: @FalderNL en mis niets dat elke dag leuk, interessant of tof is.

Deel dit artikel via:
MANNENPRAAT