Het is de tijd van recepties, gelukkig nieuwjaar. We staan lekker dicht op elkaar en voor je het weet staat je gesprekspartner na een paar witte wijn zich schor te blèren in je oor.
Om boven het geroezemoes uit te komen. Ja, ja. En als je pech hebt komt bij de monoloog ook nog een onbeschrijfelijke rioollucht mee. Ivo kampt er ook mee. Lange tijd wist hij het niet, maar na de laatste samenkomst wel.
Dokter Natasja: ‘Iemand zei dus gewoon recht voor zijn raap dat je uit je mond stinkt?’ Ivo: ‘Ja, het was Dick van de salesafdeling, die gasten zijn natuurlijk rap van tong en nooit terughoudend in hun commentaar.
Hij maakte eerst nog een goedbedoelde grap: zeg Ivo, wie is die persoon die bij je achterste kies is overleden?
Natasja kan haar lachen niet houden. Ivo: ‘Ja, lach er maar om, dat is misschien nog wel het beste. Maar na die grap vroeg ik natuurlijk wat hij nou precies bedoelde. Toen zei hij dat ik een vreselijke graflucht heb.’
Dokter Natasja: ‘Nou, ik sta niet te trappelen, maar kom maar op dan! Hebben we dat ook weer gehad voor vandaag.’ Ivo doet zijn mond open en geeft een ademstoot richting Natasja. ‘Mijn God, Ivo, dat is echt een enorme pestlucht. Dat niemand dat ooit tegen jou heeft durven zeggen. Dat kan toch niet?’ Ivo: ‘Nou ja, er waren wel hints natuurlijk. Zeg, moet jij niet aan de geurvreters! Ik zoek nog iemand die mijn ex wil wegjagen, wanneer heb je tijd? Dat soort dingen.’