Een man vertelt zijn vriend: “Ik ben gisteravond aangehouden door een agent. Hij dacht dat ik had gedronken, dus hij wilde me testen.”
Hij zei tegen me: “U zit achter het stuur in het donker, twee lichten komen u tegemoet. Wat denk u wat het is?”
Ik zie tegen die agent: “Een auto.” Ik was eerlijk gezegd nogal verbaasd over zo’n onnozele vraag.
De agent keek me geïrriteerd aan: “Ja, ja, zei hij, maar wat voor één? Een BMW, Ford of Fiat?”
“Geen idee,” zei ik. “Dat weet ik bij daglicht niet eens.”
Voor de agent was dat voldoende.
“Zie je wel,” zei hij, “Je bent compleet dronken. Ik slinger je op de bon.”
Ik was behoorlijk nijdig over dat korte lontje van die agent.
Ik zei tegen hem: “Een wedervraag. Er staat een vrouw op de stoep, hoge hakken stevig opgemaakt. Netkousen, minirok en decolleté tot op de navel. Wat voor soort vrouw is dat volgens jou?”
“Een straathoertje,” zei de agent onmiddellijk.
“Ja, ja,” antwoordde ik, “maar wie? Je vrouw, je dochter of je moeder?”
“Nu ben ik mijn rijbewijs kwijt,” verzucht de man tegen zijn vriend.
