In de wereld van de motoren zijn er enkele namen die synoniem zijn geworden met innovatie en baanbrekende technologieën. Een van die namen is zonder twijfel Van Veen. De Van Veen wankelmotor, ontwikkeld door de Nederlandse ingenieur Henk van Veen, is een uniek stukje techniek dat de aandacht trok van zowel motorliefhebbers als technologen. De motor werd in 1977 getoond en kostte destijds 20.000 gulden.
De wankelmotor, ook wel bekend als de rotatiemotor, verschilt in zijn werking van de traditionele zuigermotoren. Waar bij een zuigermotor de lineaire beweging van de zuiger wordt omgezet in een roterende beweging van de krukas, maakt de wankelmotor gebruik van een driehoekige rotor die draait in een ovaalvormige behuizing. Deze unieke constructie resulteert in verschillende voordelen ten opzichte van conventionele motoren.
Voordelen
Door het ontbreken van zware zuigercomponenten en kleppen, was de wankelmotor aanzienlijk lichter dan zijn tegenhangers. Dit resulteerde in een hogere vermogen-gewichtsverhouding, wat betekende dat de motor meer vermogen kon leveren zonder dat dit ten koste ging van het totale gewicht van het voertuig. Voor motorfietsen, waar de Van Veen wankelmotor voornamelijk werd gebruikt, was dit een aanzienlijk voordeel, omdat het zorgde voor betere acceleratie en wendbaarheid.
Een ander kenmerk dat de Van Veen wankelmotor uniek maakte, was de soepelheid en trillingsvrije werking. In tegenstelling tot zuigermotoren, waarbij de zuigers op en neer bewegen, draait de rotor van de wankelmotor soepel zonder enige trillingen. Dit resulteerde in een veel soepelere rijervaring, wat vooral gewaardeerd werd door motorrijders die lange afstanden aflegden. Bovendien produceerde de wankelmotor minder geluid, waardoor het rijcomfort verder werd verbeterd.
Geen commercieel succes
Hoge productiekosten en opkomst van andere motortechnologieën zorgden ervoor dat deze motor nooit een commercieel succes werd. Er zijn er maar 38 van gebouwd. Al na een jaar (1978) moest de productie worden gestopt.
