Chinese automerken lijken tegenwoordig wel op zakken chips. Elke week lijkt er een nieuwe smaak bij te komen: BYD, Lynk & Co, Seres, MG, Aiways, HongQi, NIO en nog een paar anderen. Hoe levensvatbaar zijn ze allemaal? Ten opzichte van de Europese merken hebben ze in elk geval een ding gemeen: ze geven veel voor weinig. Hoe dat kan? Arbeidskrachten zijn een stuk goedkoper in China, dus dat scheelt al een slok op een borrel in de kostprijs. Bovendien hebben investeerders nog niet de urgentie om meteen winst te maken. Ook dat drukt de prijs. Maar wat als over een jaar of twee die investeerders wel hun geld terug willen zien? En wat als, zoals altijd gebeurt, arbeidskosten stijgen? Dan moeten de auto’s van het merk zelf voldoende goed zijn. Op dat moment hebben de Chinese merken een probleem. Zeker in Europa. Wij in Europa houden tradities en hebben een goed gevoel ontwikkeld waar een merk voor staat: Toyota is de saaie, degelijke boekhouder, met af en toe goede ideeën. Hyundai is als de Netflix-serie Squid Game, Koreaans, spannend en goed. Renault is als een Frans wegrestaurant. De ene keer valt het tegen, de volgende keer smaakt het likkebaardend lekker. Fiat is als een Italiaanse vrouw. Bij aflevering bloedmooi, maar soms snel al een oud kreng.
NIO ET7
Inwisselbaar
En de Chinese merken? Die zijn inwisselbaar. Het zijn allemaal leuke elektrische middenklassers. Met design prettig om naar te kijken, een modern interieur en een actieradius waarmee je best een eindje tuft. Maar verder heeft zo’n merk ons niets interessants en/of karakteristieks te vertellen. Verwissel de logo’s en geen haan die ernaar kraait. Vergelijk dat met de logo’s van MINI en Dacia. Er zijn echter twee positieve Chinese uitzondering. Allereerst NIO, die met de ET7 een coupé op de markt heeft gebracht, die weliswaar op de Tesla Model S lijkt, maar wel karakteristiek groot, breed, fraai en sportief gelijnd is. Binnen tref je een aantal heel verrassende innovaties. Bovendien heeft NIO een frisse kijk op opladen. Je kunt de ET7 ook van stroom voorzien door de lege accu te verwisselen voor een negentig procent volgeladen exemplaar in zogenaamde Power Swap Stations, die steeds meer in het land verschijnen.
Lynk & Co, model 01. Alleen in zwart en blauw verkrijgbaar
Boeiende blik op de toekomst
Maar winnaar van alle Chinese merken is in onze optiek Lynk & Co. Je ziet er, terecht, steeds meer rondrijden. Toegegeven, er stroomt ook Volvo-bloed in de aderen, maar toch is dit merk op en top Chinees. Het boeiende van Lynk & Co is uiteindelijk niet de auto. Hoewel het enige model dat ze hebben, de 01, zeker niet slecht is. Wat fascineert is de nieuwe kijk op het gebruik. Lynk &Co biedt de 01 aan voor 550 euro per maand. Inclusief onderhoud, verzekering en wegenbelasting. Dat noemen we gewoon leasen, zul je zeggen. Maar deze 01 is elke maand opzegbaar. Dus geen gedoe met minimale leaseperioden. Je bent zo vrij als een vogeltje. Een auto is niet meer, wat vooral wij ouderen gewend zijn: iets om jezelf te onderscheiden. Je bent wat je rijdt. Nee, bij Lynck & Co is de auto een vervoermiddel. Je rijdt, omdat je ergens naartoe wil. Geen emotie maar ratio. Een gebruiksvoorwerp. Zoals je mobieltje. Dat klinkt best als een passend toekomstbeeld. Toch?
