Annemijn

Annemijn

Voulez-vous coucher avec moi, çe soir

Annemijn wist het zeker: Franse mannen zijn het helemaal. Totdat ze op vakantie ging naar Frankrijk en iets ontdekte.

Ik moet een jaar of achttien zijn geweest toen het boek Zout op mijn huid uitkwam. Ademloos las ik het verhaal over de elitaire George uit Parijs, die elk jaar met haar familie op vakantie gaat naar de Bretonse kust. Daar wordt ze hopeloos verliefd op de visser Gauvain. Hun werelden liggen veel te ver uit elkaar, maar hun hartstocht is allesoverheersend. Ze zijn allebei getrouwd en hij heeft zelfs kinderen, maar hun hele leven lang maken ze tijd om seks met elkaar te hebben.

Vanaf het moment dat ik dat boek had gelezen, wilde ik George zijn. Een affaire met zo’n Franse visser, die achter zijn stoere voorkomen eigenlijk heel gevoelig en sensueel is, dat vond ik nou typisch iets voor mij.

Sowieso leken Franse mannen me veel knapper, verfijnder en spannender dan de jongens die ik kende uit de Zuid-Hollandse provinciestad waar ik toentertijd woonde. Die hadden puisten en smeerden zo veel gel in hun kapsel dat het altijd leek alsof ze met nat haar de deur uit waren gegaan. Yek.

Dus droomde ik van Jean-Pierre, Claude of Philippe, die stuk voor stuk afschuwelijk sexy waren en alles in het werk wilden stellen om mij te verleiden. Maar in real life datete ik met Pieter, Dick en Hans, geen van allen erg aantrekkelijk, laat staan romantisch. Een onverwacht reisje of uitje? Nee joh, daar werden ze nerveus van. Vrijen in de bioscoop of in een pashokje? Niemand die ooit op het idee kwam.

Zo sukkelde ik voort, totdat ik op vakantie begon te gaan naar Frankrijk en iets ontdekte: de meeste Franse mannen zijn helemaal niet zo ideaal. Sterker nog, ik schrijf dit stukje op een Franse camping omringd door Franse mannen die roken, slecht gekleed zijn, niet lief doen tegen hun kinderen en hun complete familie en schoonfamilie hebben meegesleept. En ze laten de vrouwen de afwas doen, altijd. Het kan best wezen dat ze bekend staan als amoureuze types, maar daar merk ik helemaal niks van.

Dus zit ik tevreden met mijn eigen vent bij ons caravannetje. Dwalen we een beetje door oude Franse stadjes. Dollen we in het zwembad met onze twee tienerjongens.

Maken we mooie tochten samen op de racefiets. Koken we gezellig met z’n tweeën en wassen daarna samen af. Drinken we elke avond gin-tonics. Dromen we van een huisje in de Drôme, ooit, als we oud zijn. Zijn we het erover eens: Frankrijk is een fantastisch mooi land om heel vaak naartoe te gaan.

Ze zullen vast best aardig zijn, die Franse mannen, maar van mij blijven ze af.

 

Deel dit artikel via:
MANNENPRAAT