Wheels

Wheels

Amsterdam doet opnieuw een Witkarretje

Amsterdam start een nieuw deelautoproject. Groot nieuws? Tsja, de eerste deelauto reed al vijftig jaar eerder rond in de stad en heette toen Witkar. Hoe groot is de kans dat dit geen fiasco wordt?

Zo’n honderd elektrisch aangedreven Hyundai’s IONIQ’s zijn uitgezwermd over de hoofdstad. Iedereen kan gebruikmaken van dit zogenaamd ‘IONIQ Car Sharing’-project. Oppikken en achterlaten van de auto’s is overal mogelijk binnen (grootstedelijk) Amsterdam.

Doorzichtige beschuitbus
Oude wijn in nieuwe vaten? Amsterdam introduceerde namelijk bijna vijftig jaar geleden al een deelauto-systeem. We schrijven 24 mei 1968. Toen maakte de wereld kennis met het prototype van de Witkar. In 1974 ging het project echt van start. Voor wie toen nog niet op aard verkeerde: dit voertuigje oogde als een doorzichtige beschuitbus op wielen, had een topsnelheid van 30 kilometer per uur en een actieradius van ‘maar liefst’ vijftien hele kilometers. Voor het gebruik was een lidmaatschap nodig, dat een geeltje (25 gulden) kostte. Een sleutel kostte twee ‘joetjes’ (20 gulden) en daar kwam dan nog voor elke rit een ‘duppie’ (0,10 ct) per kilometer bij.

Start van het Amsterdamse Witkar-project (1974). De verwachtingen waren hoog gespannen.

Stekker eruit
Plan was dat er 125 exemplaren zouden worden gebouwd. Het werden er maar 38. Op 27 oktober 1886 werd de (excuus voor de woordspeling) ‘stekker’ uit het project getrokken. Redenen? De Witkar bood  maar ruimte voor twee personen en had geen plek voor extra bagage. Een ritje Ikea (als die destijds had bestaan) voor een ‘Billy-boekenkast was dus weinig zinvol. Het was overigens maar de vraag of de eindbestemming was gehaald: de Witkar kon maar een half uurtje op de stroom vooruit. Daarnaast: wie zag destijds het voordeel van zo’n Witkar? Slechts ‘Kabouters’, ‘Hippies’ en een enkele ‘Damslaper’ (wie dat waren leggen we in een volgend artikel in Falder wel uit) riepen wel eens iets, wat wij nu ‘zorg voor het milieu’ noemen. Parkeerproblemen voor auto’s waren er destijds niet. Plekken te over en meestal ook nog eens kosteloos. Dus waarom zou je de Witkar inruilen voor je eigen auto?

Billie
Tijden zijn wat dat betreft wel veranderd. Parkeren kost nu vaak meer dan een avondje in de kroeg. Op Trump na snapt iedereen dat we wel degelijk een milieuprobleem hebben. Bovendien hebben veel hoofdstedelingen geen auto meer, omdat het openbaar vervoer een redelijk alternatief biedt. Daarom lijkt het Hyundai-project een beter lot beschoren: de auto heeft een maximale range van 280 km. De Ikea  in ‘Zuid-Oost’ is geen probleem. Zelfs een bestemming ver buiten de stad is een fluitje van een cent. Oh ja, en de ‘Billie’ kun je ruimschoots kwijt in deze IONIQ.

Biertje duurder, rijden goedkoper
Wat gebleven is, is dezelfde afrekenmethode: betalen per kilometer. Rijden in een IONIQ kost nu 0,25 eurocent per kilometer. In 1968 kostte een ritje in de Witkar 0,10 cent voor eenzelfde afstand. Maar toen telde je voor een biertje víjftig hele centen neer. Heden ten dage kost een zelfde biertje minstens 2,50 euro. Voor de niet-snelle rekenaars: nu rij je dus voor een biertje tíen kilometer ver, tegen vroeger vijf. Oftewel: elektrisch rijden bij het huidige Hyundai-project is dus nu twee keer zo goedkoop. Bovendien rijden vijf keer zo ver én we besparen op het milieu. Tel uit je winst.

Deel dit artikel via:
MANNENPRAAT