IJskoud de beste 1
Een dame gaat ijsvissen. Ze pakt een bijl en hakt in het ijs. Plots klinkt een stem vanuit de hoogte:
‘Hier zit geen vis.’
Met de schrik in haar benen loopt de dame naar een andere plek op het ijs. Weer hakt ze een wak. Opnieuw klinkt de stem vanuit de hoogte:
‘Hier zit geen vis’
Met trillende benen schuifelt ze zich toch maar weer naar een ander plaats. Maar nog voordat ze de bijl heeft opgepakt weer die stem:
‘Hier zit geen vis’
Ze kijkt naar boven en zegt:
’Bent u dat God?’
‘Nee, ik ben de omroeper van deze kunstijsbaan.’
IJskoud de beste 2
Ik rende met een vriend over de dijk. Opeens zagen we een wielrenner hevig slingerend de dijk afrijden, zo de sloot in. Wij wachtten af, maar de fietser kwam niet meer boven. Toen doken we maar het water in. Op de bodem hadden we beet en we trokken hem op het droge. Hij was bewusteloos, dus mijn vriend begon met mond-op-mond-beademing. Hij hield dat niet lang vol en riep: ‘Pfff, hij stinkt onge-lo-fe-lijk uit z’n bek.’ Ik keek nog eens goed naar de bewusteloze man. Zag toen dat er iets niet klopte: ‘Hè dit is die fietser niet; deze heeft schaatsen aan.’
IJskoud de beste 3
Op vakantie in Cuba ontmoet een vrouw een gespierde prachtige Cubaanse man. Ze belanden in bed en hebben stomende seks. ‘Hoe heet je,’ zegt de vrouw. ‘Zeg ik niet,’ zegt de Cubaan, anders begin je te lachen.’ Twee weken lang laat de Cubaan haar alle hoeken van het bed zien. De laatste avond wil de vrouw écht weten hoe hij heet. Ze dringt enorm aan. ‘Oké,’ zegt hij, ’Ik heet sneeuw.’ Als de vrouw dat hoort, krijgt ze de slappe lach. ‘Ja, dat voorspelde ik al,’ zegt de Cubaan. ‘Je lacht me dus uit.’ De vrouw: “Haha, nee, hoor. Ik lach niet om je naam. Ik dacht alleen aan de verbaasde uitdrukking van mijn man, als ik hem opbiecht dat ik twee weken lang elke dag twintig centimeter sneeuw in Cuba heb gehad.’
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebookpagina