Hans van der Steeg

Hans van der Steeg

Automobilisten die de wielrenner de middelvinger geven

Er wordt heel wat afgescholden op wielrenners. Maar hoe beziet de wielrenner de verkeersdeelnemers? Daarom, nu het wielerseizoen is afgesloten, deze observatie van Falder-wielrenner Hans van der Steeg. In wie herken jij jezelf?

Eigenlijk is het woord racefiets verkeerd gekozen. Want wie racefietst, heeft helemaal niets van doen met andere fietsers. Een fiets is een vervoersmiddel, dat je helpt van A naar B te komen. Wie echter op een racefiets stapt, heeft niet de afstand als einddoel, maar de snelheid. Hoe harder, hoe beter. Op de fiets ben ik een geduldig man. Op de racefiets zeker niet. Want geduld past niet bij snelheid. Ooit Max Verstappen wel eens geduldig over het circuit zien gaan? Netjes wachtend om voorrang te geven of totdat het rode stoplicht op groen springt? Of sukkelend achter een medeweggebruiker zien blijven hangen, terwijl hij veel harder kan?

Nou dan?

Met de racefiets naar het werk. Denk je alles gehad te hebben...

Logisch dat je daarom het verkeer zo beziet, als je op de racefiets zit:

  • Rode lichten:
    Betekent toch zo snel mogelijk naar de overkant zien te komen, maar dan extra opletten, om anderen niet in gevaar te brengen. En mijzelf natuurlijk.
  • Twee fietsers naast elkaar:
    Vaak onmogelijk om te passeren, dus geef je die van tevoren een waarschuwing: met een schreeuw of een belletje.
  • Twee fietsers naast elkaar in het bezit van fietstassen:
    Dit betekent ernstig oponthoud. Kans is namelijk groot dat deze twee stoïcijns blijven doorfietsen. Waarom? Weet ik niet? Het is nooit bewezen dat fietstassen doofheid veroorzaken, dus het zal wel aan het type mens liggen.
  • Moeders en vaders met kinderen:
    Altijd in de remmen knijpen. Kinderen zijn onvoorspelbaar op een fiets.
  • Twee mooie dames naast elkaar op de fiets:
    Altijd na het passeren even checken of we hier te maken hebben met kunstwerkjes van Moeder Natuur.
  • Groepen wielrenners:
    Inderdaad, vaak heel irritant (hoe opportunistisch: behalve als ik zelf wel eens meefiets)
  • Automobilisten die gèèn voorrang geven, ook als ik het wel heb:
    Eerst keihard in de remmen knijpen, daarna met boze blik proberen de aandacht van de bestuurder te vangen.
  • Automobilisten die voorrang geven, ook als ik het niet heb:
    Een vriendelijk handje omhoog als bedankje.
  • Automobilisten die het liefst elke wielrenner de middelvinger geven:
    Een ironisch handje omhoog als bedankje.

Tot volgend wielerseizoen.

Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebookpagina
Volg ons op Twitter: @FalderNL en mis niets dat elke dag leuk, interessant of tof is.
Deel dit artikel via:
MANNENPRAAT