Jeugd

toen

Het mooiste voetbal speelde je op straat (3)

Weet je het nog? Straatvoetbal. De jassen als doelpaal, poten om de beste spelers en boze Oom Agent.

Er is nu een heus boek verschenen over het fenomeen waar we als jongetje (dat wil zeggen vanaf een bepaalde leeftijd) allemaal mee zijn opgegroeid: straatvoetbal. Over de plekken waar we voetbalden, de doelen, de bal, het poten en kiezen van teams en honderden citaten van beroemde Nederlandse voetballers als Cruijff, Van Hanegem, Moulijn en Rep.

Falder belicht in een korte serie de fascinerende en veelzijdige wereld van het straatvoetbal naar aanleiding van het boek Straatvoetbal geschreven door Rob Siekmann, die zelf 50 jaar amateurvoetbal speelde.

In deze 3e en laatste aflevering staan we stil bij keepen, oefenvormen, citaten van bekende voetballers en Oom Agent.

Om maar met die laatste te beginnen: Oom Agent schreef je in die tijd – jaren 60 – nog met hoofdletters! Ze hadden als politie nog enig gezag toen, zullen we maar zeggen… Het irritante was dat agenten ook daadwerkelijk vaak de bal in beslag namen als boze buren ze hadden gebeld om te klagen. Uiteraard vloog er weleens een bal tegen een ruit of de tuin in. Maar ja, dat was nu eenmaal het risico van voetballen in de straat. Henk Evenblij – later journalist bij De Telegraaf – herinnert zich nog dat een braakliggend stuk grond waarop ze voetbalden vaak veranderde in een blubberpoel. Er werd dan uitgeweken naar de straat. Hij vertelt: ‘Dat duurde meestal niet lang, want de buren belden Oom Agent, doodsbang als ze waren voor hun foeilelijke tuintjes. Van onder de blauwe pet klonk het dan al snel bars: Hier die bal… en vlug een beetje.’ Bij straatvoetbal luidde altijd het parool: wat er ook gebeurt, Oom Agent mag de bal niet innemen. Wij weten uit eigen ervaring dat er altijd iemand op de uitkijk stond, vaak een jong ventje dat nog niet mee kon voetballen. Die waarschuwde als Oom Agent op de fiets (!) in aantocht was. We zetten het dan op een rennen! Ander gevaar was uiteraard de boze buurman die menig bal van ons in flarden heeft gesneden met een mes. Heel triest en zielig.

Keepen was wel een apart fenomeen bij straatvoetbal.

Niemand wilde op doel staan namelijk, vaak was de jongste de klos.

De legendarische Jan van Beveren was dubbel de pineut: hij moest als 6-jarige op doel en hij moest voor de bal zorgen. Ook de minder begaafde spelers eindigden steevast in het doel. De uitdaging als straatkeeper was groot, want duiken op beton of straatstenen was nu eenmaal geen aanlokkelijk perspectief. Toch deden de later beroemd geworden keepers uit die tijd het gewoon. Van Beveren was een Jan zonder Vrees want hij dook gewoon op de tegels. Tot een zeker moment en hij bij weer zo’n manmoedige duik zijn rechterarm brak. Niet dat het hem veel deerde, want met een mitella om pakte hij de ballen zoveel mogelijk met zijn linkerhand.

Mooiste variant voor het keepen was uiteraard de ‘vliegende’ keep, dan kon je als doelman ook gewoon mee voetballen.

Toch verliep straatvoetbal ook heel vaak zonder doelverdediger, want je wilde allemaal voetballen en niet treurig steeds maar de bal te moeten afwachten als zielige keeper. Daarom waren er talloze alternatieven voor een doel, zoals putten, paaltjes, opgerichte tegels, blokjes, flessen, stoepranden, kortom, alles wat geraakt of omver geschopt kon worden deed dienst als ‘doel’. Voetballen op straat was nooit aan tijd gebonden. Het hing van de omstandigheden af wat er mogelijk was. Het weer speelde geen rol van betekenis: zon, regen, kou, het maakte niet uit en er werd eindeloos geoefend. Dick Jol: ‘Er werden grote, urenlange partijen gespeeld, vaak tot het pikdonker was.’

Tot slot: het boek staat vol met prachtige citaten van alle grote helden uit het Nederlandse voetbal. We sluiten af met Johan Cruyff, uiteindelijk toch de beste voetballer die Nederland tot nu toe heeft gekend: ‘Eigenlijk heb ik het meeste op straat geleerd. Dat je inziet dat een stoeprand geen obstakel is, maar dat je er ook een 1-2-tje mee kan maken. Dankzij de stoep heb ik dus aan mijn techniek kunnen werken.’

Het boek Straatvoetbal van Rob Siekmann is uitgegeven door Willems Uitgevers en is nu te bestellen via bijgaande QR-code.

Foto’s: Twitter, Willems Uitgevers

Deel dit artikel via:

Falder.nl is de grootste mannen 50+ site van Nederland.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebook-pagina.

MANNENPRAAT