Jeugd

toen

‘Met dank aan Simon Carmiggelt: toch maar geen onderwijzer geworden’

Ja, wat moet je worden? We hebben er allemaal mee geworsteld, met die vraag, die keuze. Ga ik het onderwijs in (zeker pensioen!) of word ik toch schrijver (onzeker bestaan).

‘Ik heb veel aan schrijver Simon Carmiggelt te danken. Dus vroeg ik aan zoon David(14): ‘Deze week is het Carmiggeltweek, honderd jaar geleden werd hij geboren. Weet jij wie Simon Carmiggelt is?’ Natuurlijk wist hij dat niet, maar zonder aarzeling zei hij: ‘Voetballer, speelde in het Nederlands Elftal’. Hij dacht: mijn ouwelulvader vraagt elke week wel wie Jan van Beveren of Arie Haan was, dus laat ik gokken.

Ik kwam bij Carmiggelt thuis, ik correspondeerde met hem en, het allerbelangrijkste: wat Carmiggelt vond, vond mijn vader ook.

Ik stam uit een onderwijzersfamilie: vader, moeder, oma, opa, vier ooms en een tante, ze stonden allemaal voor de klas. Op verjaardagen werden salarissen vergeleken en er zat toch maar een mooi pensioen aan te komen. Waardevast! Mijn familie was een geweldig voorbeeld: dagelijks plezier in het werk en genieten van de vakanties. Dus voor welk beroep kies je dan, als jongen? Soms glipte ik puberaal onder de familiedruk vandaan en zei: huisarts worden, dat lijkt mij wel wat. Of architect. Soms mompelde ik: schrijver. Maar na een monoloog van mijn vader, of van een oom, kwam ik toch weer op het rechte pad.

Ondertussen schreef ik wel, columns, korte verhalen. Zolang ik het erbij deed, naast het onderwijzerschap, was er niets aan de hand. Maar zodra het wat serieuzer leek te worden, kon ik wachten op de pensioenmonoloog  met de slotzin opgebouwd uit uitroeptekens: ‘En oja, vertel eens, wat als een schrijver ziek wordt, wat dan?’ Ik werd onderwijzer, een verzetsstrijder was ik niet.

Ter beoordeling had ik wat schrijfsels naar Simon Carmiggelt gestuurd. Carmiggelt, de held van mijn ouders, aardige man, in het verzet gezeten, leuke grootvader. Na tien dagen kreeg ik een reactie. Positief! Er ontstond een jarenlange briefwisseling, ook spraken we bij hem thuis af. Bij de thee hadden we het een keer over mijn twijfels, onderwijs of schrijven? Carmiggelt zei, met dat handgebaar: ‘Jongen, ga toch schrijven, er zijn al aardige onderwijzers genoeg’.

Ik vertelde het aan mijn vader. Tja, als Kronkel het zegt! Het advies van de onaantastbare Carmiggelt veegde alle pensioenzekerheden van tafel. Veel later viel Carmiggelt voor velen van zijn brave huisvadervoetstuk, hij leidde een dubbelleven, hij hield er een langdurige buitenechtelijke relatie op na. Stel dat Carmiggelt altijd al als losbol bekend had gestaan. Stel dat .. Sorry Simon, ik hoor het mijn ouders zeggen: geen held, geen ideale opa, en al helemaal geen gezaghebbend raadgever. En ik was levenslang een aardige onderwijzer gebleven.’

(Carmiggelt sprak mij een keer toe, bij een officiële gebeurtenis. ‘Verstandig dat je mijn advies hebt opgevolgd’)

Dit verhaal komt uit de Nagelaten Werken van hoofdredacteur, schrijver en columnist Rob van Vuure.

Foto: Image by freepik

Deel dit artikel via:

Falder.nl is de grootste mannen 50+ site van Nederland.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze Facebook-pagina.

MANNENPRAAT