Annemijn

Annemijn

Zeg, het is hier geen werkplaats!

Een man met een hobby, Annemijn juicht het van harte toe. Maar het moet wel leuk blijven: als de woonkamer verandert in een klushol dan is ze er toch wel snel klaar mee.

Ooit had ik een vriendin die een surfdude als vriendje had. Hij was best knap, hij had lekker warrig strandhaar en een goed setje buikspieren, maar ik had het al snel door: er viel geen gesprek met die gast te voeren.

Hij kon alleen maar enthousiast worden van vliegers en trapezetouwtjes, de krant lezen vond hij zonde van z’n tijd (hij ging liever ‘varen’, zoals hij dat noemde) en als er geen wind stond was hij niet te genieten. Maar het allerergste: als hij dan had gevaren en hij kwam thuis, dan sleepte hij eerst de zanderige zeilen door de woonkamer, om vervolgens in de badkamer zijn nog veel zanderige wetsuit uit te trekken, af te spoelen en op te hangen. En denk maar niet dat hij daarna de stofzuiger ter hand nam.

Ik haat troep in huis, dus ik nam me heilig voor: nóóit een surfer daten. Zo fijn dat ik een vent trof die mij op het troepfront redelijk ongevaarlijk leek. Hij bokste fanatiek, kwam totaal wasted thuis en gooide zijn sportkleding in de wasmachine. En hij ging af en toe tennissen, daar word je ook niet echt vies van zeg maar. Iedereen blij. Toen hij een paar jaar later op het idee kwam om een racefiets te kopen zag ik dan ook geen problemen, ook wielrennen leek me op wat zweterige shirts na een vrij schone sport. Sterker nog, ik raakte zelf ook in de ban van het fietsen. Iedereen blij.

Wat ik toen nog niet wist, is dat hij zich in de loop der jaren zou ontwikkelen tot een soort fietsenmaker.

Wel een met twee linkerhanden, maar dat maakt hem niet uit: gewapend met wat gereedschap en een YouTube-instructiefilmpje voelt hij zich een pro. Op zich hoeft zoiets geen probleem te zijn, echt, ik ben de moeilijkste niet. Maar we zijn niet in het gelukkige bezit van een grote klusgarage en het is winter – dus te koud om buiten te staan, met als gevolg dat onze normaal zo gezellige woonkamer er regelmatig uitziet als een fietsenwerkplaats.

Laatst kwam ik thuis en trof ik in onze woonkamer het volgende aan: een werkstandaard met daarin mijn (ja, míjn!) racefiets.

Zijn eigen fiets tegen een kast aan geparkeerd. Harde muziek. Overal gereedschap op de vloer. Flesjes kettingsmeer, vieze doeken, binnenbanden. De kinderen die op de bank hingen met hun telefoons, de katten die elkaar te lijf gingen omdat ze honger hadden. Mijn vent met een rood hoofd, verwoed prutsend aan mijn (ja míjn!) remmen. “Wat doe je?” vroeg ik. Hij: “Je wilde toch nieuwe remblokjes? Die zet ik er even voor je op.”

Het was lief bedoeld natuurlijk, maar eigenlijk had ik vooral gehoopt dat de kinderen fris gedoucht zouden zijn, dat de vaatwasser zou zijn uitgeruimd, de katten gevoederd, de was opgevouwen en dat het eten op tafel zou staan. Niets van dat alles. Toen hij vervolgens ook nog begon te vloeken omdat het hem niet lukte om de remmen goed uit te lijnen, was ik er he-le-maal klaar mee.

Toen heb ik die avond zelf maar even voor fietsenmaker gespeeld. Inderdaad ja, in de woonkamer.

Foto: 123RF

Falder.nl is de grootste mannen 50+ site van Nederland.
Vind je dit een leuk bericht? Like dan onze
Facebookpagina

 

Deel dit artikel via:
MANNENPRAAT