Als we de lijst van trainers overzien – het slagveld van Buckingham tot Steijn – die Ajax sinds 1965 heeft versleten, kunnen we het volgende concluderen. Allereerst: met een spraakgesprek krijg je het bij Ajax moeilijk. Een spraakgesprek is elk dialect dat niet het Amsterdamse armoe-taaltje van “ik kaup dat spul foor vijf piek ’t kilo” benadert, want dan ben je al direct een beschuitlul. De Limburgse trainer George Knobel (1973) werd al afgeserveerd na zijn eerste woordvorming en kwam er nooit meer overheen. En wat hebben we gelachen om Erik ten Hag met zijn Twentse dierengeluiden. Dat kon nooit wat wezen. Het was een puur staaltje provinciaal racisme: van Voetbal Inside tot aan de eretribune grossierde men in schijtlollige Ten Hag-imitaties. Tot-ie weg ging. Wat was-ie toen góed!
- Oud-voetballers met een Ajax-hart, dat wordt nooit wat. Barry Hulshoff, Jan Wouters, Danny Blind, Marco van Basten, Adrie Koster en John Heitinga. Ze werden aangesteld en daarna opgevreten en uitgespuugd. Met drie uitzonderingen: Rinus Michels, Johan Cruijff, Louis van Gaal.
- Haagse en Rotterdamse trainers bluffen zich er wel doorheen. Aadje de Mos. Martin Jol. Leo Beenhakker. Peter Bosz. Je hoeft niet per se goed te zijn, maar branie en grotestadspraatjes helpen.
Wat leren we hiervan? Een trainer aanstellen is voor Ajax een eitje bakken of een eitje tikken. Hij (het is nooit een vrouw) krijgt vier wedstrijden krediet, en moet daarna oprotten. Zijn formatie deugt niet, hij draagt het verkeerde poloshirtje of is anderszins een pannenkoek. Johan Cruijff was de Jezus-figuur die overal mee weg kwam. Tot-ie ontslagen werd. Wie waren de besten? Twee gymleraren die de spelers als vervelende maar kneedbare pubers zagen: Van Gaal en Michels. Verder slaag je bij Ajax als trainer met de drie B’s: Branie, Bluf en Balvastheid. Grote Bek en je eigen plan blijven trekken. Dan krijg je na een jaar waardering. Maurice Steijn lukte het dus niet. Nu is het een kwestie van wachten, voordat een van de verloren godenzonen terugkeert. Het schijnt namelijk niet zo goed met Ten Hag te gaan bij Manchester United.
foto: Getty
